Skip to main content

SPRAAKSTOORNISSEN BIJ JONGEREN

ARTICULATIESTOORNISSEN

Het betreft hier stoornissen waarbij spraakklanken niet of verkeerd uitge­sproken worden. Het kan dus zowel om een weglating, vervanging of ver­vorming gaan. De bekendste articulatiestoornissen zijn het lispelen en het niet kunnen uit­spreken van de [r]. Soms komt een meervoudige articulatie­stoornis voor. Daarbij worden verscheidene klanken weggelaten, vervangen of vervormd. Wanneer een kind in zijn spraakontwikkeling duidelijk achter is t.o.v. het ge­middelde van zijn leeftijdgenoten, spreken we van een ver­traagde spraakontwikkeling. Bij open neusspraak ontsnapt er te veel lucht langs de neus. Bij gesloten neusspraak ontsnapt de lucht bij vorming van de nasale medeklinkers [m],  [n], [ng] door de mond.

 

AFWIJKEND MONDGEDRAG

Er bestaat een duidelijk verband tussen mondgewoonten en articulatie. Af­wijkend mondgedrag, zoals mondademen, duimzuigen en tongpersen (foutief slikken), resul­teert vaak in een spraakstoornis. Er is ook een verband tussen gebitsafwijkin­gen en afwijkende mondgewoonten. Het komt wel vaker voor dat de lo­gopedist afwijkende mondgewoonten en articulatie samen behandelt. De or­thodontist behandelt dan de gebitsafwijking.

secundair